Waarom je motivatievorm van vitaal belang is voor duurzaam vitaal gedrag
De zelfdeterminatie theorie (ZDT) is een waardevolle motivatietheorie. Al veertig jaar lang bevestigen honderden wetenschappers over de hele wereld deze mega-theorie. Die veel praktische handvatten geeft om het leven, je eigen gedrag en het gedrag van anderen te begrijpen en te beïnvloeden. Het mooie aan de ZDT is dat deze van binnen naar buiten kijkt, in plaats van van buiten naar binnen. Waarom is dat belangrijk? En wat kun je er mee in je werk? Ik neem je mee in de praktische kant van deze boeiende theorie.
Van binnen naar buiten: soort motivatie bepaalt of je gedrag volhoudt
Ken je mensen die zijn uitgevallen, zonder dat je merkte dat het niet goed met ze ging? Mensen die ontzettend bevlogen leken?
Dat komt omdat hetzelfde gedrag (extern), vanuit verschillende motivatievormen (intern) kan ontstaan. En die motivatievorm bepaalt of je iets wel of niet volhoudt. Daarom is het belangrijk om iets te weten over de zes motivatievormen die je als mens kunt hebben. Drie daarvan zorgen ervoor dat je iets op korte termijn volhoudt en drie voor de langere termijn. De zes vormen van motivatie vanuit de zelfdeterminatie theorie zijn:
Lange termijn volhouden (‘willen’)
- Leuk vinden (intrinsiek)
- Belangrijk vinden
- Persoonlijk doel ondersteunen
Korte termijn volhouden (‘moeten’)
- Schuldgevoel of schaamte
- Straffen of belonen (consequentie)
- Amotivatie (niets doen)
Willen of moeten = volhouden of afhaken
Gedrag kan er dus precies hetzelfde uit zien vanuit een ‘willen’ of een ‘moeten’ motivatie.
Iemand die vol energie aan het werk gaat, zich altijd vrolijk gedraagt en geen meeting mist, kan werken vanuit een van de bovenste drie motivatievormen (willen). Maar het kan net zo goed zijn dat hij werkt vanuit schuldgevoel/schaamte of een consequentie (moeten). Je ziet dan een vrolijk, hard werkend persoon met wie het altijd goed lijkt te gaan. Ondertussen kan het zijn dat hij zich niet begrepen voelt door zijn collega’s, zich niet gewaardeerd voelt, want hij krijgt geen taken die passen bij zijn sterke eigenschappen en niemand vraagt hem naar zijn expertise. Bovendien bepalen anderen zijn taken en agenda, weet hij niet wat hij zelf leuk en belangrijk vindt in het leven en is hij vooral de hele dag aan het reageren op zijn omgeving. Ondertussen bang om zijn baan te verliezen. Thuis zit er iemand op hem te wachten die ervan uit gaat dat hij elke maand salaris gestort krijgt. De consequentie van grenzen aangeven (autonoom zijn) is te groot en dus zet hij een grote glimlach op, schakelt gevoelens zoveel mogelijk uit en werkt hard, zoals er van hem verwacht wordt. Het laatste wat hij doet is klagen of praten over de situatie, omdat dat -in zijn perceptie- kan leiden tot meer problemen (‘onprofessioneel, hij kan het niet aan, etc’).
Opeens valt hij uit met stressklachten. Mensen om hem heen vragen zich af waarom hij niet eerder aan de bel heeft getrokken…
Geen veiligheid? Sociaal wenselijk gedrag
Wat maakt nu dat iemand vooral vanuit die onderste drie motivatievormen handelt, dus vooral vanuit een gevoel van ‘moeten’? Het voorbeeld laat al een beetje zien dat het vooral komt door een gebrek aan goede relaties, een gebrek aan veilig jezelf kunnen zijn in een groep. De zelfdeterminatie theorie laat zien dat dat voortkomt uit de mate van bevrediging van de psychologische basisbehoeften: autonomie, sociale verbondenheid en competentie. Praktisch gezien betekenen deze basisbehoeften dat iedereen in meer of mindere mate op zoek is naar:
- Autonomie: jezelf kunnen zijn; wat zijn mijn waarden? Waar sta ik voor? Wat wil ik? Wat vind ik leuk?
- Sociale verbondenheid: behoren tot een groep: je begrepen voelen, onderdeel zijn van een groep, gesteund worden
- Competentie: weten waar je goed in bent, jezelf daar in kunnen ontwikkelen, je gewaardeerd voelen .
Je kunt aan deze behoeften tekorten hebben, vervuld zijn of bevredigd zijn.
Neem bijvoorbeeld sociale verbondenheid:
- Tekort: je hebt te weinig contact met mensen en voelt je eenzaam.
- Vervuld: je hebt wel mensen met wie je spreekt, je bent niet eenzaam, maar je behoort ook niet echt tot een groep waarin je jezelf kunt zijn.
- Bevredigd: je hebt voldoende goede relaties, mensen die je begrijpen en bij wie je jezelf kunt zijn.
Stel dat je tekorten hebt aan sociale verbondenheid, zoals de persoon in het voorbeeld. Dan voel je je dus geen onderdeel van de groep en je voelt je niet goed begrepen door bijvoorbeeld collega’s. Het voelt niet veilig, je kunt niet echt jezelf zijn. Als je ook nog weinig waardering (competentie) ervaart, dan is de kans groot dat je vooral dingen doet omdat je het gevoel hebt dat je niet anders kan. Omdat je toch niet begrepen wordt, neem je een sociaal wenselijke houding aan en zorg je dat je dóór gaat vanuit een ‘overleef stand’. Vroeger of later ga je weg bij het bedrijf, of val je uit door stress-klachten.
Ethiek: jezelf kunnen zijn mét aandacht voor je omgeving
Een ander element uit de zelfdeterminatie theorie is ethiek. Sociale verbondenheid is belangrijk, en autonomie (jezelf kunnen zijn) gaat pas echt goed als je jezelf kunt zijn in de groep waar je toe behoort. Anders is de kans groot dat je je vooral eenzaam voelt. Ook competent voelen komt voort uit relaties, anderen geven immers de waardering die bijdraagt aan het vervullen van die basisbehoefte.
Doe eens iets voor een ander: checklist vanuit de filosofie
Dus: vooral goede relaties liggen ten grondslag aan de andere basisbehoeften. Als behoren tot een groep belangrijk is, dan is iets voor een ander doen belangrijk; wederkerigheid. Soms voorbij je eigen behoeften kunnen denken. Daar komt ethiek bij kijken. Anders is de kans groot dat je je connectie met de groep verliest. Dat betekent dat je jezelf soms wegcijfert in het belang van de ander. En dat de ander dat soms ook doet voor jou. Tegelijkertijd moet je voor jezelf op kunnen komen, maar bij voorkeur met behoud van de relatie. Een ingewikkeld punt, waarbij een aantal uitgangspunten vanuit de filosofie blijken te kunnen helpen:
Is wat ik doe…
- … verstandig? >> Wat wil ik dat de uitkomst is?
- … rechtvaardig? >> Gaat het ten koste van de basisbehoeften van mezelf of de ander?
- … moedig? >> Kan ik incasseren? Durf ik voor iets op te komen?
- … omdat ik geen zelfdiscipline heb? >> Voorkom escapisme: je kop in het zand steken voor problemen of jezelf juist verliezen in een passie waardoor je jezelf en anderen verwaarloost.
Ethiek lijkt dus aanvullend nodig om goed te kunnen samenwerken en daarmee te voldoen aan de psychologische basisbehoeften. In een volgend blog vertel ik je meer over de rol van ethiek binnen vitaliteit.
Dus, veertig jaar onderzoek heeft zeker geen windeieren gelegd op het gebied van vitaliteit. Motivatie is de basis van gedrag. En door van binnen naar buiten te kijken kunnen we onderscheid maken in duurzaam of niet duurzaam, sociaal wenselijk of écht vitaal gedrag.